Filipijnen

29 januari 2014 - Manila, Filipijnen

Hi iedereen,

Het is weer eens tijd voor een update uit het koude Azië. Verlaat ik NL om de winter te skippen, zit ik nog continu in de kou terwijl het in NL zacht is voor de tijd van het jaar. Bad luck...

De Filipijnen begonnen goed, met hoge temperaturen in Manilla. Zelfs nog toen we 's avonds laat arriveerden, nadat we met zeer slecht weer uit Brunei vertrokken waren. De eerste echte dag in de Filipijnen meteen afgezakt via Batangas naar het eiland Mindoro. Vanaf Batangas moesten we twee uur varen naar Abra de Ilog en daar vandaan was het nog zo'n vier uur reizen in een overvolle bus (twee stoelen moesten gedeeld worden met twee volwassenen en een kind en het volledige gangpad stond vol) naar Sablayan. In Sablayan hebben we overnacht en de volgende dag zijn we doorgegaan naar de Prison Farm. De Prison Farm is een afgelegen 'dorp' dat dienst doet als gevangenis. In de gevangenis van Siburan leven alleen mannen. In totaal wonen er 269 gevangenen en 11 bewakers. De gevangenen slapen in drie grote dorms. Sommige gevangenen zijn 'trustys'. Deze 'trustys' moeten de bewakers helpen als er mannen met elkaar op de vuist gaan of als er mannen zijn die niet willen luisteren. De gevangenen moeten werken van 06.00u tot +/- 16.00u, met een lunchbreak van twee uur en werken op het land rond de gevangenis. Ze kunnen via de bergen ontsnappen en dit gebeurd soms ook wel eens. Op het moment dat wij een bezoek brachten was er ook een gevangene voortvluchtig. De meeste gevangenen blijven waar ze zitten, ze krijgen een beetje geld voor het werk dat ze doen, ze hebben een slaapplek en eten en drinken. Op het terrein is een afgesloten stuk gevangenis voor de zware criminelen. Moordenaars en verkrachters krijgen 30 jaar cel, dieven 20 jaar. Als je de helft van je straf erop hebt zitten mag je naar het open gedeelte van de gevangenis. De bewakers leven met hun gezin op het terrein en gevangenen komen regelmatig even binnenwippen voor een kop koffie o.i.d. Wij konden een kijkje nemen op het terrein en zijn rondgeleid door een stukje van de bergen en het land rondom de gevangenis door twee 'trustys'. Ook hebben we overnacht in een soort honk naast het terrein waar de gevangenen sliepen. Echt een super ervaring.

Na onze overnachting in de gevangenis zijn we per jeepney naar San José gereden. Reuze comfortabele rit, met een ijzeren stang in de rug. Voor mijn voeten een bak vis waar vier mannen voor nodig waren om hem in de bus te hijsen. In San José een overstap in een overvolle mini van naar Roxas. Roxas zelf is een beetje een doods stadje aan zee. Vanaf Roxas wilden we de boot naar Caticlan pakken, vlakbij het bekende Boracay. Het werd nog even spannend of we de overtocht wel konden maken, want de boten moesten in de haven blijven i.v.m. vijf meter hoge golven. Gelukkig konden wij de oversteek gewoon maken, hoewel de zee erg ruig was. Ook was het behoorlijk fris en regenachtig, waardoor we helaas ook niet op Boracay geweest zijn. In plaats daarvan zijn we naar Kalibo gegaan, waar op dat moment het Ati- Atihan festival gehouden werd. Het Ati- Atihan festival wordt gehouden om Santo Nino (Infant Jesus) te eren en bestaat uit danswedstrijden, tribal dance, veel muziek en tromgeroffel, kostuums en praalwagens. Een grote stoet mensen trekt door de straten van Kalibo en het festival duurt een aantal dagen. Aangezien we niet veel tijd hadden op de Filipijnen hadden we een vlucht geboekt van Kalibo naar Cebu city. Vanaf Cebu city zijn we met de boot naar Tibogon op het eiland Bohol gevaren.

Bij aankomst op Bohol bleek dat er in onze beide backpacks gerommeld was. We hadden op het dek willen blijven zitten bij onze spullen, maar we mochten niet op het dek zitten, waarschijnlijk ook vanwege de hoge golven en dus het vele schommelen van de boot. De spullen moesten we achterlaten en dus hebben we alleen de rits van onze regenhoezen dichtgeritst maar niet op slot gedaan. Er werd keurig een zeil over de backpacks gespannen en dus dachten we dat het wel goed zat. Niet dus, niemand is te vertrouwen is de les die we hieruit geleerd hebben. In eerste instantie leek er niks te missen, maar al snel bleek dat ze alleen uit mijn tas spullen gehaald hadden. Gelukkig geen waardevolle spullen, maar wel spullen die ik regelmatig gebruikte: een nagelschaartje, pincet, naaisetje en een opblaasbaar kussentje. Balen. Daarna snel doorgereisd naar Carmen, een goede vertrekplaats voor een bezoek aan de Chocolate Hills. Een van de viewpoints was door de tyfoon van afgelopen november weggeblazen en dus moesten we naar het Adventure Park. Ook hier had je een redelijk mooi zicht over de Hills.

Een stuk voorbij de Chocolate Hills liggen de Nuts Huts, waar we overnacht hebben. We waaiden aan de oever van de rivier bijna onze Nuts Hut uit. Later hoorden we dat er een tyfoon aan de gang was op het zuidelijke eiland Mindanao en dat wij daar op Bohol een staartje van meekregen. De Nuts Huts liggen vlakbij de plaats Loboc, dat beschadigd is geraakt door de aardbeving van oktober 2013. De kerk was volledig verwoest en de brug leek op instorten te staan. Helaas was er in het plaatsje verder weinig te zien. We zijn doorgereisd richting Tagbilaran. Onderweg zijn we uitgestapt bij de Tarsier Sanctuary. We hebben drie van de tien Tarsiers gezien. Twee waren er wakker (helaas werd er een wakker gemaakt door onze gids) en een sliep. Tarsiers zijn erg territoriaal en dus kunnen er maar weinig bij elkaar in de buurt leven. Als er jongen geboren worden, worden deze uitgezet in het wild als ze groot genoeg zijn. Tarsiers in gevangenschap worden suïcidaal, ze werpen zichzelf van grote hoogte uit bomen. Een Tarsier breekt makkelijk zijn botten als je hem aanraakt, dus een val uit een boom breekt helemaal alle botten. De beestjes zien er erg schattig uit, maar kunnen flink agressief zijn. Een van de Tarsiers die wakker gemaakt werd door de gids, haalde flink uit naar haar. Net goed. De ander wilde ze zo ongeveer uit de boom schudden. Wij riepen al dat ze het kon laten zitten, toen het beestje in een andere boom bleek te zitten. Deze Tarsier zou wakker zijn vanwege de harde wind, hij moet dan alles op alles zetten om in de boom te blijven hangen. Deze verklaring geloofden wij niet helemaal, aangezien de beesten voor het grootste gedeelte in bomen leven en de dikkere takken van de bomen veel minder beweeglijk zijn, dus zouden ze daar ook kunnen rusten. Daarna de beestjes maar snel met rust gelaten.

Aangekomen in Tagbilaran hebben we onze spullen op onze kamer gedropt en zijn we per trycicle naar Sabayan gereden. Ook hier was de schade als gevolg van de aardbeving goed zichtbaar. De kerk was half ingestort en als gevolg daarvan werden de diensten buiten onder partytenten gehouden. We wilden graag een oud Spaans huis zien. We hoorden dat we gewoon bij een van de huizen moesten aanbellen en vragen of we binnen mochten kijken. Dit hebben we gedaan en we mochten een kijkje nemen in een 108 jaar oud huis, van een 89 jaar oud vrouwtje. Zelf leek de vrouw weinig besef te hebben van wat er om haar heen gebeurde, maar haar dochter leidde ons graag rond en vertelde veel. Haar vader is in oktober gestorven, in de late avond voor de aardbeving en het gezin is blij dat hem dit bespaard gebleven is. Ook de man van de dochter vertelde ons veel. Hij heeft voor de VN gewerkt als development worker en heeft o.a. het gebruik van de computer geïntroduceerd op de kleinere eilanden van de Filipijnen voor bijvoorbeeld het vastleggen van stukken land per eigenaar. Hij is nu gepensioneerd maar werkt nog op vrijwillige basis als development worker. Om wat bij te verdienen runt hij nu een BBQ/Grill restaurant met zijn vrouw in Sabayan..

Ook vertelde hij ons dat na de aardbeving, die de zwaarste ooit gemeten op Bohol was, mensen van het Rode Kruis actief waren op Bohol. Toen twee weken na de aardbeving de tyfoon over de Filipijnen raasde en vooral op het eiland Leyte waanzinnig veel slachtoffers maakte, vertrokken alle hulpverleners naar Leyte. Waar geen rekening mee gehouden werd was dat Bohol ook nog hulp nodig had na de aardbeving en bovendien voor energie en water afhankelijk is van het eiland Leyte. Bohol heeft dus drie weken zonder water en elektriciteit gezeten en zonder hulp. Interessant om de verhalen ook eens van deze kant te horen en niet alleen vanuit het nieuws.

Vanuit Tagbilaran zijn we teruggevlogen naar Manilla, waar we weer direct de stad verlaten hebben. Dit keer vertrokken we naar Baguio, een grote stad waar we lekker over de markt geslenterd hebben. De nacht was super koud en tegen de ochtend waren we dan ook zo ongeveer bevroren. In Baguio zijn we naar het Cultural Village geweest, een soort openlucht museum. Hier konden we ook een masker laten maken, waarbij ons gezicht gebruikt werd als mal. Mijn gezicht moest ik flink insmeren met vaseline en er werd vervolgens een laag gips over mijn gezicht gegoten. Na +/- 10 min was het gips hard en kon het van mijn gezicht afgehaald worden. Luchtwegen blijven overigens vrij. De mal is dan klaar. Daar wordt weer nieuw gips ingegoten en vervolgens wordt de mal verwijderd. Helaas brak bij mijn gezicht het gips aan alle kanten af, waardoor het niet meer te herkennen was als mijn gezicht. Ik heb het masker dan ook niet meegenomen. Die van Yvonne is wel goed gelukt gelukkig.

De dag erna zijn we doorgegaan naar Bontoc voor de rijstterrassen, maar we bleken ons vergist te hebben. Er zouden geen rijstterrassen zijn daar, toch hebben we er een gevonden :) We hebben het plaatselijke museum bekeken en verder de bus naar Banaue, dit keer wel voor de rijstterrassen, geregeld. De volgende ochtend een ijskoude bustocht door de bergen naar Banaue. Bij aankomst in Banaue meteen een trycicle chauffeur kunnen charteren die ons naar het startpunt voor de trek door de rijstterrassen van Batad zou brengen en daar ook op ons zou wachten om ons terug naar Banaue te brengen. Spullen in het hotel gedropt en meteen maar vertrokken. Ook deze tocht was ijskoud en het regende. De trycicle had weinig grip en voor mijn gevoel kwamen we veel te dicht bij de afgrond. Gelukkig vond de chauffeur dat ook en moesten we uitstappen en een stukje lopend doen. Daarna weer opgepikt door de chauffeur en verder omhoog gereden. De tocht startte bovenaan de berg en we moesten 45 minuten lopen tot het dorpje. Bovenaan de trap kwamen we een hond tegen, die besloot ons te vergezellen. Erg grappig, hij liep steeds vooruit en als het niet snel genoeg ging kwam hij even terug om te kijken of we hem nog wel volgden. De tocht naar het dorpje startte met een flinke daling. Aangekomen bij het dorpje werd ons geprobeerd een gids aan te smeren, maar omdat wij onderweg naar het dorpje al een man tegengekomen waren met gps sloegen we dit af. Er werd ons voorspeld dat we zouden verdwalen. Uiteindelijk voor de zekerheid de weg gevraagd aan een andere gids die langs kwam lopen met een groepje. Hij vertelde ons dat we naar het huis met het rode dakje moesten lopen en dan naar beneden. Dat zou ons wel lukken. Nog eens zo'n 45 minuten lopen over de smalle randjes van de terrassen, langs +/- twee meter diepe afgronden, arriveerden we bij een mooie waterval. Hier hebben we even een korte break gehouden en zijn onze tocht terug gestart. Vooral het laatste stuk, nadat we onze weg over de smalle randjes overleefd hadden, vrij steil omhoog was erg zwaar. Toch hebben we het gered dit in 1.45u te volbrengen, terwijl er 2.00u voor staat. Hurray! Zelfs onze trycicle chauffeur was verbaasd om ons nu 'al' weer terug te zien. Wederom een ijskoude tocht terug richting hotel. Meteen maar wat gegeten en daarna een warme douche genomen. Gelukkig hadden we per persoon drie dekens gekregen, die ons door de nacht gesleept hebben.

Aangezien Yvonne 's avonds al een dealtje gesloten had met een chauffeur, konden we vrij goedkoop per mini van van Banaue naar Sagada. De bus zou onderweg bij een paar viewpoints stoppen. Mooie views hebben we zeker gehad. Onderweg zijn we erg mooie rijstterrassen tegengekomen. Ik stond rustig foto's te maken toen ik geroepen werd door een man. Ik mocht een (gratis, jawel!) foto van hem maken, maar dat moest dan wel voor de rijstterrassen gebeuren. Lucky me, ik was de enige die dat mocht. De man poseerde in traditioneel kostuum. Aan het eind van de ochtend kwamen we aan in Sagada en zijn we snel op zoek gegaan naar een hotel. Eerst nog even geluncht en toen op zoek gegaan naar de hanging coffins. Deze waren erg lastig te vinden omdat we geen plattegrond hadden. Na door de bush bush geploeterd te hebben besloten we terug te keren naar het dorpje. Op de terugweg zagen we ineens mensen lopen en hebben hen gevraagd of ze de weg wisten. Deze twee mensen volgden een groep en hadden zo een gratis gids. En wij vanaf toen dus ook! Ook had het stel een plattegrond. Aangekomen bij de hanging coffins gevraagd aan de gids of er in de omgeving meer te zien was. Hij raadde ons aan om de 'adventure route' te nemen. Na een tijdje zouden we dan aan onze linkerhand nog meer hanging coffins zien en volgden we gewoon het pad, dan zouden we bij de ondergrondse rivier kunnen komen. De hanging coffins is een apart fenomeen, doodskisten hangend aan de muur. Blijkbaar sijpelt het vocht uit de ontbindende lichamen niet door de kisten heen... De nieuwste kist is vorig jaar opgehangen, maar in principe worden er geen mensen meer hangend begraven. Wij startten vol goede moed, maar de tocht was best lastig door de dikke bebossing en geen normaal pad. Bovendien waren sommige stukken best gevaarlijk met smalle richeltjes langs stijle afgronden en een keer moesten we zelfs over een boomstam om van het ene stuk richel naar het andere te komen. We hebben het gered. Na nog wat klim en klauterwerk kwamen we aan bij de hoofdweg en waren we volledig uit de bossen. De weg hebben we een flink stuk gevolgd en toen konden we afslaan richting de ondergrondse rivier. Dit is een soort grot waar de rivier doorheen stroomt. Na ons bezoek met het stel afgesproken om in principe de dag erna met gids de grotten te bezoeken waar nog meer hanging coffins zouden zijn. Ik wilde eerst nog even informeren wat er nou precies te zien was, ook i.v.m. onze tijdsdruk en dus  zouden we het stel nog laten weten wat we definitief wilden. Later zouden we ze vertellen dat we niet meer met hun mee zouden gaan. We hebben navraag gedaan bij de tourist information en daar kwam uit dat er eigenlijk weinig te zien was in de grot zelf. Je moest door het pikke donker (ok, uiteraard met zaklamp) over erg slipperige paden lopen. Aan het eind van de tocht moest je je door een smalle gleuf in de rotsen persen om vervolgens een duik te kunnen nemen. Met deze temperaturen?! Ben leipe Lowietje niet. Gelukkig vond Yvonne dat ook niet zo’n geslaagd plan en dus was een bezoek aan de grotten van de baan. We kregen informatie over de dichtstbijzijnde haning coffins en dit was op loopafstand. Besloten om meteen een bezoek te brengen. De eerste hanging coffins zagen we al snel van een grote afstand. Wat foto’s genomen en snel doorlopen voor het donker zou worden. Toen ik ’s avonds de foto’s terugkeek dacht ik een spook te zien,  uit een van de hanging coffins stak een skelet. De volgende coffins waren meer opgestapelde kisten in een grot. Grappig om te zien hoe de kisten in mijn ogen onzorgvuldig neergepleurd zijn. Waarschijnlijk heeft er ooit structuur ingezeten, maar door wat kleine instortingen is het nodige verschoven en zijn denk ik ook wat kisten de diepte ingegleden.

Omdat we alles wat we wilden zien in Sagada gezien hadden, besloten we ’s ochtends de bus naar Baguio te nemen. Vanaf Baguio moesten we met een mini van verder naar Kabayan. Een erg lange reisdag van 12u. Bij aankomst meteen een gids geregeld voor een bezoek aan de mummies. Eigenlijk wilden we de dichtstbij gelegen mummies bezoeken, maar dit werd ons afgeraden aangezien ze bezig waren met bouwwerkzaamheden en het pad naar de mummies een soort hindernisbaan geworden was. Ook zou de grot waar de mummies liggen gebruikt worden door geiten als stal. Dus besloten Mt. Timbac te beklimmen. De ochtend van de tocht werd ik zwaar verkouden wakker, jammer dan. Toch de tocht gestart, maar ik dacht dat ik ter plekke zou bezwijken. De tocht was enkele reis 12 km lang en eigenlijk bijna de volle 5u steil omhoog moeten lopen met vaak flinke ademnood. Er zaten hellingen bij van + 10% 5u was overigens een mooi gemiddelde. Er stond 4 tot 6u voor de tocht. Boven aangekomen moesten we door een hek voordat we de mummies konden bezichtigen. In het verleden zijn de mummies gestolen en ook de grotten en kisten worden ‘versierd’ met inscripties door bezoekers. Er is dus besloten dat je toestemming moet vragen om de mummies te bezoeken. Deze toestemming krijg je door met gids naar boven te gaan (gids kan aan de sleutel van het hek komen) en een kleine toeslag te betalen. De mummies zelf waren niet in mega goede staat. De lichamen worden de fire mummies genoemd, omdat de mummificatie methode afwijkt van die van de Egyptenaren. Een paar uur tot een uur voor hun dood zijn de mensen in stoelen gebonden met benen opgetrokken en armen gevouwen. Ze moeten een drankje drinken met een soort zoutoplossing erin om het mummificatieproces op gang te brengen. (Lekker als je op sterven ligt, misschien versnelt dit het proces een beetje…) Na de dood werden de fire mummies gewassen, ingesmeerd met kruiden en in dekens gewikkeld. Ook werden de lichamen verhit door vuur terwijl er rook in de monden geblazen werd. Dit werd een maand tot enkele maanden herhaald, totdat het lichaam uitgedroogd was. Daarna werd de overledene in een ovale kist gelegd, vaak met inscripties op de kist. Deze methode van mummificeren werd gehandhaafd tot de Spanjaarden arriveerden. De meeste mummies liggen er niet echt bij alsof ze rusten in vrede en dus was het soms een beetje een luguber gezicht. De tocht terug naar beneden duurde 3u. Vlak voordat we Kabayan weer bereikten hebben we nog een burial cave bezocht. Hier zou een massagraf zijn, maar er lag nog maar een skelet in. Ook hier waren wat hanging coffins te zien.

Een dag later kon ik wonder boven wonder gewoon mijn bed uitkomen en had een klein beetje last van wat strakke spieren in de scheenbenen en kuiten. We besloten om nog even het museum te bezoeken en daarna een mini van terug naar Baguio te pakken om daar te overnachten. De volgende dag een lange busrit terug naar Manilla. Aangekomen in Manilla heb ik afscheid genomen van Yvonne, die meteen doorging naar de luchthaven voor haar vlucht naar Cambodja. Raar om na drie maanden samen gereisd te hebben weer ‘alleen’ te moeten reizen, terwijl het eigenlijk maar om twee dagen ging. Daarna zou mijn moeder arriveren in Vietnam.

Mijn laatste dag in de Filipijnen heb ik doorgebracht in het José Rizal park en Intramural, de Spaanse wijk in Manilla. Het park was lekker rustig en is een soort herdenkingsplaats voor José Rizal. Hier is ook de plek te zien waar hij om het leven gebracht is. De Spaanse wijk was alles behalve rustig. Ik had een plattegrondje weten te bemachtigen en dacht op mijn gemak rond te lopen. Elke paar seconden werd ik lastig gevallen door mannen met fietsriksja’s die geen ‘nee’ accepteerden en vrij agressief probeerden mij in zo’n bakje voorop de fiets te krijgen. Vragen wat ze niet begrepen aan het woord ‘nee’ leek te helpen. Zo makkelijk hoe je die Aziaten stil kunt krijgen J De wijk zelf was behoorlijk vervallen, maar wel interessant om te zien. ’s Avonds heb ik mij door een taxi naar de luchthaven laten brengen waar ik de volgende ochtend vroeg mijn vlucht naar Ho Chi Minh City zou hebben. De medewerkers van het hotel waar ik verbleef hadden een taxi voor mij geregeld zodat ik in een betrouwbare taxi zou stappen. Forget it. Toen ik ingestapt was en we wegreden werden de deuren meteen op slot gedaan. Meneer vertelde mij dat hij de meter had aangezet, maar dat ik daarnaast toch echt een ‘additional fee’ moest betalen. Ik vertelde hem meteen dat als het ‘additional’ was, mijn fee 0,0 zou zijn. Toen werd hij boos. En daarna ik. Ik zei dat hij de taxi direct kon stoppen en dat ik uit zou stappen. Meneer reed door. Ik vroeg hem heel beleefd wat zijn probleem was en waarom hij de auto niet stopte. Toen kreeg ik te horen dat het al goed was en dat ik niks meer mocht zeggen. Prima, no problem. Gelukkig deed hij bij aankomst op de luchthaven verder niet moeilijk toen ik hem alleen het bedrag gaf dat de meter aangaf. Time to go to Vietnam!

Foto’s

6 Reacties

  1. Bellina Leenaerts:
    14 februari 2014
    Ha Daphne,

    Mooi reisverslag van je ervaringen op de Filipijnen.
    Je schrijft er leuk en ik denk dat je er ook plezier aan beleefd want je verslagen worden steeds langer.
    't Ziet er allemaal erg aantrekkelijk uit, krijg ook zin om op vakantie te gaan.
    Fijne tijd samen met je moeder!
    Liefs Bellina
  2. Estelle:
    15 februari 2014
    He Daphne,

    Leuk hoor die verhalen! Ik denk dat je als heel ander persoon teug gaat komen van je wereldreis. Je hebt het hier overigens over koud. Aan wat voor temperatuur moet ik dan denken?

    Groetjes aan je moeder.
  3. Petra:
    15 februari 2014
    He, wat heb je weer veel meegemaakt, een skelet, toch geen leipe lowietje zijn, hihi. Balen van je spullen dat die zijn gestolen. Gelukkig ging het idd niet om hele waardevolle spullen, maar toch.
    Hoe bevalt het zonder Yvonne? Je ontmoet vast weer andere leuke mensen. Maar nu heb je goed gezelschap! Hoe is het met apparaten? telefoon en ipad? of zijn ze allebei helemaal afgeschreven? Heel veel plezier in Vietnam!
    liefs Petra
  4. Ilse:
    17 februari 2014
    Hoi Daphne. Allereerst geniet ik nog steeds van je avonturen. En ik lees hoe je al aardig wereldwijs aan het wprden bent. Geweldig hoe je dat afhandelt met die taxi-chauffeur!
  5. Ans van der linden:
    17 februari 2014
    Hoi Daphne, ik heb de indruk dat jullie heeeeel veel doen. Wat een pech dat het zo koud is. Dan helpt rondsjesen wel, want dan heb je het te druk om lang stil te staan bij het weer. Filippijnen lijkt me wel een mooi land, ondanks de verwoestingen. Ik kan me voorstellen dat het wel wennen is nu Yvonne weg is. Maar de volgende reisgenoot, je moeder, is inmiddels aangekomen om jou te vergezellen de komende 2 maanden. doen jullie het iets rustiger aan?
    Een fijne tijd.
    met mij gaat alles goed, ik ben aan het beeldhouwen, ik ga voor ouderen tuintjes aanharken, schoffelen en plantjes zetten. Mijn eerste vrijwilligerswerk in Nuenen.
    Hopelijk is het beter weer bij jullie.

    Groetjes Ans
  6. Jeanne de Bresser:
    19 februari 2014
    Hoi Daphne,

    Ik was al bang dat ik een reisverhaal gemist had van je, had al een tijdje niks meer van je gehoord. Maar toen kwam je bericht. Heb nu pas de tijd om het te lezen, druk,druk druk.
    Ik denk dat we je niet meer kennen als je terug komt. Jij weet wel om te gaan met lastige lieden!! Petje af hoor.
    Hee en wat leuk dat je moeder binnenkort komt om met je mee te reizen. Lijkt me fantastisch met je dochter enkele maanden op pad. het ga je goed, veel plezier!!